De verloskundige taak
De taak van de verloskundige
In de eerste week na de bevalling komt de verloskundige regelmatig bij u langs. Zij is verantwoordelijk voor u en uw kind en beantwoordt uw vragen, geeft adviezen en controleert de gezondheid van u en uw kind. Zo controleert zij bijvoorbeeld of de hoeveelheid bloedverlies normaal is en of eventuele hechtingen goed genezen. Daarnaast houdt ze onder andere de groei en het voedingspatroon van de baby in de gaten.
In de kraamtijd werkt de verloskundige nauw samen met de kraamverzorgster. De kraamverzorgster is namelijk een groot deel van de dag bij u aanwezig en signaleert bijzonderheden. Deze bijzonderheden bespreekt de kraamverzorgster met de verloskundige.
Zes weken na de bevalling controleert de verloskundige of alles goed met u gaat als kersverse ouders. Zo informeert zij bijvoorbeeld naar bloedverlies, incontinentieklachten, borstvoeding, menstruatie, anticonceptie en de beleving van het ouderschap. Ook meet zij uw bloeddruk en controleert of alles weer genezen is (in geval hechtingen).
U mag uw kind natuurlijk wel meenemen naar de nacontrole; verloskundigen vindt het heel leuk om u en uw kind na zes weken weer eens te zien.
Om een afspraak voor de nacontrole te maken, moet u zelf uw verloskundige bellen.